Col du Mont Cenis

vanuit Suza 

vanuit Lanslebourg

23-8-2017

Niet alleen maar succesverhalen op deze website. Helaas.

Tijdens onze vakantie in Tignes wilde ik nog één mooie, lange, aansprekende tocht maken. Van te voren bedacht dat 2x de Col de L'Iseran of 3x Col du Petit-Saint-Bernard gaaf zou zijn. Die werden het niet. Het werd een lange rit met heel veel afzien. Eentje waar ik niet met heel veel plezier op terugkijk. Waar het aan lag? Waarschijnlijk aan meerdere factoren. Leerzaam was de dag wel, dus vanuit die optiek misschien eentje om niet te vergeten.

De laatste lange ritten die ik had gemaakt, deed ik samen met vrienden, nadat ik de uitgestippelde route goed had bestudeerd. Aansprekende bergen die ook 'thuis'  tot de verbeelding spraken. De benodigde kleding en drinken/eten goed overwogen. Al met al weinig aan het toeval overlatende.

Deze tocht was in vele opzichten anders.

Pas in de ochtend besloot ik waar mijn route zou gaan beginnen. Ik had een zware nacht gehad; Stijn had zich meerdere keren doen gelden. Boven op de Col de L'Iseran parkeerde ik mijn auto en kleedde ik me om. IJzige kou (ruim 2700 meter hoogte en 07.30 uur 's ochtends). Ik daalde af richting Lanslebourg, vanuit waar ik de Col du Mont Cenis zou gaan beklimmen. Deze stond ook op mijn bucket list en kan je vanuit twee kanten beklimmen. In Lanslebourg me ontdaan van mijn warme kleding die in mijn rugzak werd gepropt. Mijn rugzak… Aangezien ik alleen op pad ging, leek het me een goed idee om een rugzak mee te nemen. Uiteraard veels te veel onnodige spullen meegenomen en zo droeg ik de hele dag ruim 5 extra kilo's met me mee. Waarom deed ik dat? Had ik toch eerder ook niet gedaan en dat ging toch ook prima?

Mont Cenis vanuit Lanslebourg

De eerste klim van de Mont Cenis ging perfect. Koel, niet al te hoge stijgingspercentages en na 10 km bereik je de top. De klim is niet bijzonder interessant (veelal langs kale skipistes en bijbehorende stoeltjesliften), totdat je de top bereikt en rijkelijk wordt beloond: het meer! Er volgen een aantal valsplatte kilometers langs het meer en je geniet met volle teugen van de adembenemende omgeving. 

Hier had ik om kunnen keren, de Col de L'Iseran kunnen beklimmen en thuis kunnen komen met een mooi verhaal. Ik besloot door te rijden. Leek me wel mooi om Suza te bereiken. Dat klinkt Italiaans. Dat is het ook. En een stuk verder dan me lief was. Mijn schoonpa had me verteld dat je de salami al kan ruiken voordat je evenwel het plaatsje hebt bereikt. Ik kan dat helaas niet bevestigen. Ik dacht daar al lang niet meer aan. Ik vroeg me alleen nog maar af wanneer ik nou eindelijk Suza zou bereiken. Ik bleef maar dalen en dalen. Normaal kijk ik dan alweer uit naar de klim. Nu werd ik een beetje angstig. Dit moest ik straks ook weer omhoog. 

Ik was zo vroeg aan de rit begonnen, omdat ik uiterlijk om 19.00 uur thuis moest zijn voor het avondprogramma. In Suza gaf mijn Garmin aan dat het 11.45 uur was. Ik was halverwege. 75 km op de teller, waarvan 15 km klimmen en 10 km vals plat. Een snelle rekensom leerde mij dat ik nog 50 km klimwerk voor de kiezen had. Op eens vroeg ik me af waarom ik me had laten verleiden om af te dalen naar Suza. Ik besloot niet uitgebreid te gaan lunchen, maar een broodje uit de hand te eten. Het voordeel van rijden met vrienden is dat je rekening houdt met elkaar. En gelijk ook je ervaringen kunt delen. Heeft er iemand honger of heeft iemand het zwaar? Dan is het tijd voor een lange stop met goed eten. Ik mistte dat gezelschap en achteraf had ik in Suza de tijd moeten nemen om goed te lunchen en te rusten. 

Mont Cenis vanuit Suza

Nu reed ik om 12.00 uur weg. De zon stond hoog aan de hemel en er was aan deze kant van de berg weinig beschutting. Geen zuchtje wind. Mijn Garmin haperde. Geen satellietontvangst. Bagger. Mijn houvast qua afstanden verdween. Gelukkig kon ik nog wel mijn hartslag aflezen.

Het werd een zeer zware beklimming. Ruim 30 km tot aan de top. In eens voelde ik de rugzak op mijn rug. Ik had het heet. Ik reed langzaam, leek soms niet eens echt vooruit te komen. Op het Italiaanse gedeelte van de beklimming staan om de 100 meter bordjes. Dat gaf me houvast. Vaak richt ik mij in een beklimming op de km-bordjes. Deze klim richtte ik mij op de 100meter-bordjes. Zo moeizaam ging het.

Waarom was ik zo dom geweest te denken dat ik wel even Suza-heen-en-terug zou doen? Wat een overschatting van mijn eigen kunnen. 

Ik begon me af te vragen waarom het niet ging zoals eerder dit jaar. De Stelvio had ik immers met een heel goed gevoel 3x beklommen. Lag het aan de niet zo aansprekende naam van de klim? Aan het feit dat niemand thuis eigenlijk wist dat ik deze klim zou gaan doen?

Ik voelde de hitte. Ik voelde dat ik verkouden was. Voelde ik soms ook dat we al een aantal dagen op grote hoogte (2100 meter) verbleven? Ik voelde de wandeling die we de dag ervoor hadden gedaan. Ik met Stijn op mijn rug. Waarom deed die stomme Garmin het niet? En waarom was het zo warm? Toch maar even een lange pauze? Nee, dan haal ik de 19.00 uur niet. Elke meter die ik nu aflegde was mooi meegenomen. 

Kilometer 3. Beginnende zeurende pijn in mijn linkerbovenbeen. Vanaf dat moment stopte ik elke kilometer. Of eerder. De pijn was steeds meer aanwezig en ik moest telkens afstappen om te strekken, zodat ik weer verder kon. Ik zette alleen nog maar kracht met mijn rechterbeen. Dat kostte weliswaar kracht en mijn hartslag schoot omhoog, maar anders wilde het niet. 

Ik reed naar boven, het ging traag, buitengewoon traag. Ik sprak mezelf moed in. Maar ergens in mijn achterhoofd zat ook een stemmetje dat me zei dat ik hierna nog een zware beklimming voor de boeg had. Mijn auto stond immers op de top de van de Col de L'Iseran.

Weinig fietsers, des te meer motoren. Als ik nu terugdenk aan de klim, dan besef ik me dat deze best fraai was. Een gedeelte van klim lijkt wel een Stelvioneske muur met een reeks elkaar opeenvolgende haarspeldbochten. Een grenspassage, enkele mooie vergezichten en als beloning wederom het meer. 

Ik bereikte de top. Had het gered. Met één been. Op de top besloot ik, waarom weet ik nog steeds niet, wederom niet de tijd te nemen om energie op te doen en uitgebreid te eten. Waarschijnlijk zat toch de eindtijd in mijn hoofd. Als ik dit tempo zo doorzette, kon ik misschien de afgesproken 19.00 uur nog halen. Wederom een verkeerde keuze.

Ik daalde de Mont Cenis af richting Lanslebourg. Inmiddels deed een omwenteling zonder kracht te zetten ook al pijn aan mijn linkerbovenbeen. Kak. Ging ik dit wel redden?

Col de L'Iseran?

Voordat de beklimming van de Col de L'Iseran echt begint, moet je eerst de Col de la Madeleine over. Normaal gesproken geen probleem, nu een ware martelgang. Ik begon steeds meer te twijfelen of ik het wel ging halen. Alles deed pijn. Ik voelde me leeg. Ik had met opzet het thuisfront nog niet laten weten hoe mijn rit verliep. Dan zouden ze zich zorgen maken en had ik er een zorg bij. Na de korte afdaling van de Col de la Madeleine besloot ik toch Jo te bellen. Vanaf dat moment wist ik eigenlijk dat ik me over had gegeven. Nog geen 10 km later (het valsplatte gedeelte omlaag notabene) belde ik inderdaad met de vraag of ze me konden komen oppikken. Het ging niet meer. Het was op.

Ik ben op een terras gaan zitten. At een bord tartiflette en dronk meerdere glazen fris, terwijl ik op mijn lift wachtte. Een gevoel van spijt bekroop me toen al. Het eten had me goed gedaan. Moest  ik het echt niet verder proberen? Nee. Dat kon al niet meer. Ze kwamen me al halen. En 19.00 uur zou ik zeker niet meer halen. In de auto met mijn schoonpa reden we de Col op. Ook dit deed pijn, maar dan anders. 

Bijzonder dat je oprecht een gevoel van mineur kan hebben als het niet gaat zoals je hoopte. Na 3x de Stelvio of de Mont Ventoux had ik een gevoel van onoverwinnelijkheid. Moe, maar extreem voldaan en bewust van de prestatie. Nu voelde het als een opgave. Ook al had ik 2 keer de Mont Cenis beklommen, 135 km gereden en ruim 3.000 hoogtemeters gemaakt. Niks geen voldaan gevoel.

Wat ik ervan heb geleerd?

Een goede voorbereiding helpt me. Bedenk goed wat je te wachten staat en hoe je denkt dat te bereiken. Neem vooral niet te veel onnodige spullen mee. Neem de tijd voor goede voeding en rust en probeer te voorkomen dat je op het heetst van de dag een zware klim doet. Werk niet met een eindtijd. En bovenal….klim bij voorkeur met je vrienden!

 

Reactie plaatsen

Reacties

Hans Zaaijer
7 jaar geleden

Mooi en tevens boeiend verhaal.
(Top-)Sport gaat gepaard met het opzoeken en ervaren van je grenzen als je die sport tenminste serieus wilt beoefenen....bevredigend maar.....soms ook confronterend!!