El Teide

28-3-2017

Profs komen er in het voorseizoen voor hun hoogtestage. Zo zijn Tom Dumoulin en Bauke Mollema op het moment van schrijven (april 2017) beiden op de flanken van de Teide te vinden ter voorbereiding op de 100e editie van de Giro (zie ook dit stuk in het AD van Daan Hakkenberg). Veel hoogtemeters, een geschikte temperatuur en goed op hoogte. Een perfecte combinatie om je voor te bereiden op een grote ronde. Of een heerlijke combinatie voor een tochtje tijdens een vakantie met het gezin. Dat laatste gold voor mij.

Pico del Teide (of kort: El Teide) is de vulkaan op het eiland Tenerife.   Een lange klim, nergens heel steil, maar wel met buitengewoon veel hoogtemeters. Het is zelfs één van de beklimmingen met de meeste hoogtemeters van Europa (strikt genomen Europa, maar eigenlijk ligt Tenerife gewoon voor de kust van Afrika). Mooie uitdaging dus.

Ik had een fiets gereserveerd bij Bike Point Tenerife. Goede service en top fietsen. Na een paar dagen de benen te hebben getest, was het zo ver om de Teide te gaan beklimmen. Uiteraard moest dat gebeuren vanaf een locatie aan de zee, dus vanaf ons vakantiehuisje moest ik eerst ruim 20 kilometer afdalen. Bij Bike Point hadden ze me verteld dat de weg vanuit Los Abrigos (TF-65) vele malen geschikter is dan de route langs de TF-64 die veel fietsers nemen vanuit El Medano. De TF-64 is zeer druk met verkeer, terwijl de TF-65 een beter wegdek heeft en veel rustiger is. Startpunt in Los Abrigos lag een paar meter boven zeeniveau. Ruim 50 kilometer klimmen voor de boeg met minimaal 2340 hoogtemeters. Terwijl de terrasje in Los Abrigos nog werden schoon gespoten en de Pensionados hun brood kochten bij de lokale bakker, begon ik aan mijn volgende uitdaging op de Bucket List.

Het stuk tot aan San Miguel is niet het mooiste stuk, maar beviel me goed. Wat me al eerder was opgevallen en vandaag werd bevestigd. De automobilisten op Tenerife houden extreem goed rekening met fietsers. Ze halen je in met ruime afstand tussen auto en fiets en vaak wachten ze met inhalen totdat jij een signaal hebt gegeven dat het kan. En je wordt dan ook nog beloond met een vriendelijke begroeting. 

Ook de bewoners van San Miguel lieten zich van hun beste kant zien. Ik stopte bij de plaatselijke groenteboer voor een banaan. De lokale ouwetjes vonden het maar wat interessant om te horen dat ik op weg was naar de top van de Teide. En de groenteboer sponsorde me door betaling voor de banaan te weigeren. 

Vanaf San Miguel klim je door naar Granadilla. Vanaf daar is het schitterend. Vergezichten naar de kust en continue doorkijkjes naar de weg boven of onder je. Geen echte haarspeldbochten, maar de weg kronkelt heerlijk naar boven. Ik word een paar keer ingehaald en moet mezelf beheersen om niet een tempo hoger te gaan fietsen. Vroeg in het seizoen en ik wil niets forceren.

Zowel in Granadilla als in Villaflor zijn een paar barretjes die goed zijn ingesprongen op de vele fietsers die de Teide als uitdaging hebben aangenomen. Naast de mogelijkheid om je proviand aan te vullen kan je er ook terecht mocht je een mankement hebben aan je fiets.

Rondom Villaflor gaat de route door een naaldbos dat je enigszins bescherming biedt tegen de zon. Zodra je Villaflor hebt bereikt heb je al bijna 1400 hoogtemeters achter de kiezen. Nog maar 1000 te gaan, zou je zeggen. Dat is gerekend buiten het feit dat er ook nog een afdaling zit voordat je de top bereikt.  

Na een kleine lunch te hebben genuttigd in Villaflor zag ik op borden dat de top nog maar 26 km verwijderd was. Mooi, al halverwege. Aan de andere kant…nog meer dan een Mont Ventoux te gaan. 

Ik had verwacht dat 2.000 meter hoogte een soort omslagpunt zou zijn. Dat je de hoogte direct zou gaan voelen. Minder zuurstof is minder energie. Die ervaring bleef uit. Ik voelde uiteraard mijn benen, ik had tenslotte al meer dan 40 kilometer geklommen. 

Inmiddels hadden de bomen plaats gemaakt voor lavabrokken. Je rijdt als het ware door een maanlandschap. Je passeert het Parador hotel waar de grote wielerploegen doorgaans logeren. In het boek Cols van Michael Blann beschrijft Shane Sutton, de toenmalige coach van Brad Wiggins, hoe Wiggins hier in 2011 trainde en de basis legde voor zijn Tourwinst later dat jaar. Mooi om te beseffen dat de grote jongens hier afzien, net als dat jij dat aan het doen bent. Op een ander niveau, maar toch.

Vijf kilometer voor de top kreeg ik een fietser voor me in beeld die ik in rap tempo naderde. Het leek wel of hij stilstond. De, naar later bleek, Poolse vader van 4 kinderen, zag er tip top uit. Niets mocht er aan zijn outfit en gear ontbreken. Hij ging werkelijk waar zwalkend over het wegdek. Ik schrok daarvan en vroeg toen ik hem naderde of alles goed met hem ging. " Everything fine." Ik vroeg hem of hij nog genoeg te eten en drinken had. " Two bananas and enough water", om daarna met een glimlach op zijn gezicht de reden te geven van zijn rijgedrag: "I am more the type of rider for the flat roads. Never did a bit of climbing before." Geweldig. Hij had in zijn tempo nog ruim een uur te gaan. Maar, zo verzekerde hij me, zolang je vooruit gaat kom je vanzelf bij de top. Geen speld tussen te krijgen.

De fotogenieke lange rechte weg door de lavavelden brengt je tot de "top". De top is alleen niet echt de top. Daar wordt je heengebracht door een kabelbaan. Stiekem wel een anti-climax na zo'n lange klim. Tot de top kom je gewoonweg niet op je fiets. 

Wat een heerlijke afdaling zeg! Ik ben om. Mijn volgende fiets heeft schijfremmen. Ik vloog door de bochten en in tegenstelling tot eerdere afdalingen had ik volledig het gevoel alles onder controle te hebben. Tot aan Granadilla afgedaald. Vanuit daar kon ik doorsteken naar ons vakantiedorp Las Vegas. Ik kende de weg dus ik hoefde niet op de gok te rijden. De laatste 3 kilometer naar het dorp waren misschien wel het steilst van de hele dag. Nog even ruim 200 hoogtemeters erbij.

Na een lange dag was de conclusie dat de Teide een mooie beklimming is die vooral uitdagend is door de lengte. En dat hij kan worden afgevinkt.

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.